Bij blaasstenen zijn er verschillende stenen die speciek zijn voor bepaalde hondenrassen.

Hond plast niet

Plast uw hond niet meer tijdens het uitlaten? Dit kan levensbedreigend zijn. We raden u aan direct naar de dierenarts te gaan.

Blaasstenen en blaasgruis bij honden

Blaasstenen ontstaan doordat in de urine afvalstoffen worden afgegeven die met elkaar samenklonteren.

Blaasstenen in de plasbuis

 

Blaasgruis - afbeelding vergroten

In bovenstaande afbeelding zie je afvalstoffen die uit de urine zijn samengeklonterd. Hierdoor ontstaan kristallen die vervolgens samenklonteren tot urinewegstenen, ofwel blaasstenen. De afgifte van afvalstoffen kan een aangeboren of verkregen stofwisselingsstoornis zijn bij uw hond. Ook bij infectie wordt de kans op kristalvorming en blaasstenen bij uw hond vergroot.

Hoe ontstaat blaasgruis bij honden?

Blaasgruis is vaak het gevolg van een bacteriële ontsteking, maar kan ook veroorzaakt worden door bepaalde medicijnen.

Hoger risico op blaasproblemen

Bepaalde honden lopen meer risico op blaasproblemen en blaasstenen.

Reuen

Bij reuen (mannetjes) is de kans op blaasproblemen zoals blaasstenen groter, omdat de plasbuis langer is dan bij de teef. Ook zit er in de penis een penisbotje met een beperkte diameter. Dat wil zeggen dat een teef de kleine blaasstenen makkelijker uitplast, terwijl deze bij een reu eerder vast lopen in de plasbuis.

Rassen

De rassen Dalmatiër, Engelse buldog en de Dwergschnauzer zijn extra gevoelig voor blaasgruis.

Diagnose blaasstenen bij hond

Als uw hond niet meer plast, kan de plasbuis verstopt zitten met blaasstenen. Vermoedt u blaasstenen omdat uw hond niet meer plast? Ga dan direct naar de dierenarts.

De symptomen van blaasstenen en blaasgruis lijken veel op die van een blaasontsteking. Dus wanneer uw hond vaak plast, kleine beetjes plast, en/of er bloed in de urine zit, zijn blaasstenen een mogelijkheid.

Blaasstenen in blaas

Blaasstenen in een blaas - afbeelding vergroten

Type blaasstenen bij honden

Er zijn vier type blaasstenen bij honden, waarvan sommigen rasspecifiek:

  • struvietstenen
  • calcium-oxalaatstenen
  • cysteïnestenen
  • uraatstenen

Behandeling blaasstenen bij hond

De behandeling van blaasstenen bij honden is afhankelijk van het type blaassteen. We leggen per type uit hoe een behandeling er uitziet.

Struvietstenen

Dit zijn bij de hond een van de meest voorkomende blaasstenen. Dit komt omdat bij een chronische infectie in de blaas de stenen snel kunnen ontstaan.

Struviet kristallen in de plasbuis - afbeelding vergroten

De behandeling van struvietstenen bestaat uit het operatief verwijderen van de stenen of proberen de stenen op te lossen met een speciaal dieet.

Nadat de stenen zijn opgelost of verwijderd wordt de urine gecontroleerd op een mogelijke nieuwe infectie en het opnieuw vormen van kristallen.

Door een speciaal dieet te volgen, wat onder andere de zuurgraad van de urine verlaagd, wordt de kans van kristal- en steenvorming sterk verminderd.

Calcium-oxalaatstenen

Calcium-oxalaatstenen komen na de struvietstenen het meest voor bij de hond. Het ontstaan van dit type steen is niet altijd helemaal duidelijk.

Factoren die het ontstaan van deze stenen beïnvloeden zijn een verhoging van het mineraal calcium in het bloed en een te geconcentreerde urine.

Dit type steen is dus te voorkomen door de hond voldoende te laten drinken en door het voer nat te maken. Daarnaast moet het calciumpercentage in het bloed van de hond gecontroleerd worden.

Er zijn ook speciale diëten, alleen werken die niet bij iedere hond. In overleg met de dierenarts wordt het juiste dieet gekozen.

Calcium-oxalaatstenen bij een hond kunnen alleen operatief verwijderd worden en kunnen niet met een dieet opgelost worden.

Cysteïnestenen

Cysteïne is een van de twintig aminozuren die in eiwitten voorkomen en horen dus bij de eiwitten die honden eten. De lage concentratie cysteïne in het bloed wordt door de nier gefilterd en komt in de urine terecht, waar het direct weer door de nier opgenomen wordt.

Wanneer de nier dit eiwit niet goed opneemt, komt het in de urine terecht en kan een steen ontstaan.

Als de hond cysteïnestenen heeft is operatief verwijderen van de stenen de enige optie.

Ter preventie kan men niet meer doen dan proberen het cysteïne in het bloed zo laag mogelijk te houden, de zuurgraad van de urine zo optimaal mogelijk te houden en de hond zoveel mogelijk laten drinken.

Dit soort blaassteen komt vooral voor bij de Engelse buldog, de bassethound, de New Foundlander en de mastiff.

Uraatstenen

De laatste groep urinewegstenen wordt veroorzaakt door een toegenomen uitscheiding in de urine van uraten of urinezuur. Deze stenen komen vooral bij Dalmatiërs en de Engelse buldog voor, mogelijk door een genetische factor.

Het is dan ook mogelijk om Engelse buldoggen via een DNA-test te laten onderzoeken of zij lijder, drager of vrij zijn van deze aandoening. Om bij fokken van dit ras een stamboom te kunnen krijgen is deze test verplicht.

De behandeling van honden met uraatstenen bestaat uit het operatief verwijderen van de stenen en vervolgens het dieet proberen zo aan te passen dat ze een minimale hoeveelheid dierlijke eiwitten eten, waardoor er een minimaal uraten en urinezuur wordt aangemaakt.

Natuurlijk geldt ook bij deze stenen dat de hond zoveel mogelijk moet drinken om de concentratie van afvalstoffen zo laag mogelijk te houden.

Blaasstenen voorkomen

Bij honden die zelfs na bovenstaande maatregelen nog klachten houden kunnen medicijnen gegeven worden die de aanmaak van urinezuur reduceren.

Er is een kans dat blaasstenen terug komen. Hoe meer een dier drinkt, hoe kleiner de kans op blaasstenen en blaasgruis.

Fokkers moeten kijken naar dragers en lijders in de familie van zowel reu als teef. Zie tabellen.

In bovenstaande tabel zijn vader en moeder drager (Aa), het gevolg is dat van de nakomelingen 25 procent genetisch vrij is, 50 procent drager en 25 procent van de nakomelingen is lijder.

In deze tabel is moeder vrij en vader drager van de afwijking. Het gevolg is dat er geen lijders geboren kunnen worden en 50 procent van de nakomelingen genetisch vrij is en 50 procent drager is van de aandoening.

Contact a veterinarian

Error

An error has occurred. This application may no longer respond until reloaded.