Dieren hebben soms een speciale betekenis voor een eigenaar. Dat bepaalt vaak de houding ten opzichte van ziektes en mogelijke behandelingen.
Wij dierenartsen hebben niet alleen een zorgplicht ten opzichte van de eigenaar, maar ook zijn we advocaat van het dier. Soms staat wat het beste zou zijn voor het dier haaks op wat de eigenaar wil. Dat brengt ons dan in een lastige positie.
Zo kwam mevrouw Rietveld met de hond Max op het spreekuur. “Dokter, Max loopt de laatste tijd minder goed dan toen we met de behandeling van de artrose zijn gestart, twee jaar geleden.” Zei ze, en keek me verwachtingsvol aan. Max was inderdaad twee jaar geleden gediagnosticeerd met zware artrose. Eigenlijk met de moed der wanhoop waren we toch maar met de behandeling gestart, speciaal voer voor artrose, voedingssupplementen en ontstekingsremmende pijnstillers gecombineerd met bewegingsadvies en gewichtsbegeleiding.
Tot onze verbazing knapte Max enorm op en dat was dus twee jaar stabiel gebleven. Nu was Max echter een hoopje ellende, 1 voorpoot werd eigenlijk niet meer belast en achter kon Max nog net lopen maar moest wel iedere keer overeind geholpen worden. Mevrouw Rietveld keek of ze er op rekende dat ik met een nieuw medicijn van Max weer een jonge hond kon maken.
Toen ik voorzichtig probeerde uit te leggen dat we misschien wel aan het einde van onze mogelijkheden waren barste ze in tranen uit en verliet zonder iets te zeggen de spreekkamer. Zo kende ik haar niet, want ze kwam al jaren in de praktijk.
Een paar dagen later belde ik haar op, want ik wilde toch weten wat ze met Max wilde doen, want zo kon het niet blijven. “Het spijt me dokter dat ik wegliep” zei ze “Maar ik wist wat u me duidelijk wilde maken. Max is echter het enige nog wat ik heb, mijn man is overleden en we hebben samen Max uitgezocht als pup. U heeft gelijk, ik moet dit Max niet langer aandoen, maar dat kon ik toen nog niet aanvaarden.” Een paar dagen later heb ik Max thuis in laten slapen. “Weer een draadje doorgeknipt” sprak ze triest “Maar het is goed zo”