Het is januari 1992. Ik ben bij Cees Blok in verband met de overname van zijn praktijk. Grote man maat 48 schoenen en de rust zelve.
Plotseling komt er een man binnen, Slavisch type, met om zich heen de geur van mest en medicijnen, zo typerend voor de dierenarts uit die tijd. Hij kwam net van een keizersnede en zei tegen de vrouw van Cees blok: Phil, heb je een jenever voor mij?
Daarna stelde hij zich voor en zei tegen mij: als ik stop jij mijn praktijk overnemen. Hij ging zitten en wiste zich het zweet van het voorhoofd. Daar had ik niet op gerekend, maar inderdaad nam ik in 1994 ook de praktijk van Gyula Vass, gevlucht in 1956 uit Hongarije, over toen hij 65 werd. In augustus had hij 90 kunnen worden. De teller bleef echter staan op 89 toen hij in de tweede week van juni overleed.
Vooral de veehouders uit de Hoeksche Waard spreken nog steeds met weemoed en een glimlach over hem. Zijn warmte en sociaal gevoel was ongekend. Hij zag kinderen geboren worden die later weer boer werden. Altijd informeerde hij naar het wel en wee van de familie bij de laatste visite van zijn ronde terwijl hij samen met de boer aan een glas jenever nipte. Jenever die de boer niet had gekregen van zijn vrouw als de veearts er niet was. Innovatief was hij ook. Als eerste in de Hoeksche Waard deed hij een keizersnede bij het rund. De gezelschapsdieren die langzaam in opkomst waren lagen hem minder na aan het hart.
Met Gyula Vass is de laatste van het trio Blok, Rodenburg en Vass heengegaan. Het is echt een afsluiting van het tijdperk van dokter Vlimmen in de Hoeksche Waard.