Ga naar de hoofdinhoud

Column: Lucas en het lekkende hart

Lucas is een twaalfjarige kruising met een lief grijs koppie waar je meteen voor zwicht. Een hond die altijd in was voor een wandeling of een spelletje, maar de laatste tijd werd zijn energie minder. Zijn baasje merkte het als eerste.

“Hij loopt achter me aan alsof hij door de modder ploegt,” vertelt ze in de spreekkamer. “En hij slaapt bijna de hele dag. Soms zie ik zelfs zijn buik helemaal op en neer gaan bij het ademen. Dat deed hij vroeger nooit.” Ik kijk naar Lucas, die rustig aan mijn voeten ligt. Zijn ogen zijn helder, maar zijn houding verraadt vermoeidheid. “We gaan goed onderzoeken wat er aan de hand is,” zeg ik. Ik begin met een lichamelijk onderzoek: luisteren naar hart en longen, voelen naar de pols. Er valt iets op. Het hart klinkt niet helemaal zuiver; er is een ruis hoorbaar. “Ik hoor een hartruis en dat kan wijzen op een probleem met de hartkleppen. Om meer duidelijkheid te krijgen, neem ik bloed af en plan ik een hartecho.”

De echo geeft het definitieve antwoord: Lucas heeft een lekkende hartklep. Daardoor stroomt een deel van het bloed terug in plaats van vooruit. Het hart moet harder werken om hetzelfde resultaat te behalen, en na verloop van tijd raakt het hart overbelast. “Een lekkende hartklep?” Zijn baasje kijkt me met grote ogen aan. “Dat klinkt alsof hij een soort druppelende kraan in zijn borstkast heeft.” Ik glimlach. “Zo kun je het eigenlijk best omschrijven. Het hart pompt, maar niet alles gaat de goede kant op. Gelukkig hebben we medicijnen die de lekkende kraan een stuk beter dicht kunnen draaien.” “Dus er is nog wat aan te doen?” vraagt ze hoopvol. “Absoluut,” antwoord ik. “We kunnen het niet genezen, maar we kunnen Lucas wel veel langer een goede kwaliteit van leven geven. Hij krijgt vochtafdrijvers om te voorkomen dat er te veel vocht in de longen komt. Daarnaast medicijnen die het hart ondersteunen en de belasting verminderen.”

Lucas zelf lijkt niet onder de indruk en legt zijn kop rustig op de schoen van zijn baasje.Zijn baasje glimlacht door haar tranen heen. “Hij is altijd al koppig geweest. Vastbesloten om nog even door te gaan.” “Dat koppige kan hem best van pas komen,” zeg ik. “Het helpt dat hij niet zomaar opgeeft.” We bespreken verder hoe belangrijk het is om Lucas goed te blijven observeren: letten op veranderingen in ademhaling, eetlust of energie. Regelmatige controles zorgen ervoor dat we de medicatie op tijd kunnen bijstellen.

Zijn baasje haalt diep adem. “Ik dacht even dat dit het einde was. Maar als hij nog met medicijnen kan, dan gaan we ervoor. Hij is nog lang niet klaar met zijn dagelijkse rondje door de buurt.” Ik knik. “Dat is precies het doel: zorgen dat hij kan blijven doen wat hij leuk vindt, maar zonder uitgeput te raken.” Lucas krijgt zijn eerste tabletten mee naar huis. Zijn baasje zegt lachend: “Ik moet ze zeker verstoppen in een plakje worst?” “Of in een stukje kaas,” stel ik voor.

Lucas heft zijn kop op bij het horen van het woord kaas en kwispelt traag maar enthousiast. Hij lijkt het plan volledig te ondersteunen. En zo vertrekken ze. Een baasje opgelucht dat er nog perspectief is, en een hond die zich waarschijnlijk vooral verheugt op de medicatie-in-kaas-routine. Soms is dat precies de luchtigheid die je nodig hebt, zelfs bij een lekkend hart.

Tip: is het uithoudingsvermogen van je huisdier afgenomen? Laat hem dan onderzoeken bij de dierenarts.

Error

An error has occurred. This application may no longer respond until reloaded.