“Maar dokter, ze heeft toch geen pijn? Ze loopt alleen een beetje mank.” Het is een zin die ik als dierenarts vaker hoor dan me lief is. En deze keer gaat het over Cato, een prachtige, ietwat eigenwijze cyperse poes van dertien jaar oud. Haar eigenaar staat tegenover me met een mengeling van bezorgdheid en ongeloof.
Katten zijn meesters in het verhullen van pijn. In de natuur is het immers gevaarlijk om zwakte te tonen. Een kat die zijn pijn duidelijk laat zien, is een kat die risico loopt. En dus doen ze net alsof er niets aan de hand is. Totdat je beter gaat kijken.
“Ze ligt nog gewoon op de bank, hoor,” zegt de eigenaar. “Maar klimt ze ook nog bovenop de kast?” vraag ik. “Eh… nee, dat kan ze niet meer.” “En springt ze nog makkelijk op de vensterbank?” “Nu u het zegt, ze gebruikt tegenwoordig de stoel als tussenstop.” Ik glimlach. “Dat is geen luie truc, dat is een signaal.”
Artrose is bij katten boven de 8 jaar heel gewoon, maar moeilijk te herkennen. Ondanks dat een kat met artrose pijn en ongemak heeft, blijft ze stoïcijns. De subtiele signalen? Minder springen, een andere manier van liggen, vaker in één houding blijven, of minder enthousiast spelen. Soms ook een plotselinge irritatie bij aanraken of borstelen.
Cato is een mooi voorbeeld. Ze hinkt een beetje, maar volgens haar eigenaar “heeft ze geen pijn”. Toch zie ik bij het lichamelijk onderzoek dat haar heupen stram zijn, haar bespiering afgenomen. Wanneer ik voorzichtig druk op haar achterpoot, trekt ze haar lip op. Geen boze blik naar mij, maar wel een duidelijke boodschap: dit doet zeer. Ook zitten er in haar vacht veel dode haren en klitten. Simpelweg omdat ze niet meer goed de houdingen kan aannemen om haar vacht te verzorgen.
“Maar ze mauwt toch niet?” zegt de eigenaar verbaasd. “Katten mauwen eigenlijk zelden van pijn. Als ze dat doen, is het vaak al heel ernstig. Vergelijk het met mensen: als iemand met rugklachten niet voortdurend kreunt en klaagt, betekent dat niet dat hij pijnvrij is.” De eigenaar knikt langzaam. “Dus ik heb het eigenlijk gemist.” “Of beter gezegd,” antwoord ik, “Cato heeft het goed verborgen. Ze is gewoon een meesteractrice.”
We moeten er beide om lachen. Humor helpt vaak om zware onderwerpen luchtig te houden. “Gelukkig zijn er tegenwoordig uitstekende middelen om artroseklachten bij katten te verlichten: pijnstillers, ontstekingsremmers, supplementen, aangepaste voeding, en praktische tips in huis zoals een opstapje bij de bank of een lage kattenbak.”
“Dus eigenlijk moet ik haar een soort seniorenservice aanbieden?” grapt de eigenaar. “Precies,” zeg ik. “Zie het als een kattenversie van een rollator: hulpmiddelen om het leven comfortabel te maken.” En dan, terwijl Cato zich ongegeneerd uitstrekt op de behandeltafel en doet alsof dit hele gesprek niet over haar gaat, maak ik met haar baasje een behandelplan.
Tip: De belangrijkste boodschap: pijn bij katten is vaak onzichtbaar. Het vraagt oplettendheid, soms zelfs speurwerk, om de signalen te herkennen. Een kat die ‘gewoon wat mank’ loopt, lijdt wél. Dus beste baasjes, vertrouw niet op het afwezig zijn van gemiauw. Let op de kleine veranderingen. Want elke sprong die niet meer gemaakt wordt, kan een stille schreeuw om hulp zijn.